Ik fiets door een straat in ons dorp en kijk naar de stuiken. Die vormen een brede strook en daartussenin loopt een paadje. Dat weet ik, omdat ik daar met P. ben geweest. Samen op ontdekkingstocht tussen al dat groen. Nieuwsgierig naar wat er nog meer te vinden is, achter de volgende bocht. Het is een fijne herinnering.
Het dorp is vol met dat soort plekken. Het geitenweitje, waar hij tot zijn verbazing kletspoten haalde, omdat het gras zo nat was. De sportzaal, waar we stiekem naar toe gingen en onder de tribunes doorkropen. Het bos, waar ik met hem op het mos ging zitten om midden in de zomer ‘de herdertjes lagen bij nachte’ te zingen, omdat hij dat zo’n mooi liedje vond. Verderop in het bos, waar hij nota bene in het doolhof zijn broek vol poepte en ik die onderbroek maar heb uitgetrokken en weggeslingerd. Het was koud en die uitkleedpartij was nog een hele operatie.
Op weg naar het andere dorp komen we voorbij een manege. Daar heb ik een keer een pony gehuurd, geïnspireerd als ik was door De Paardenjongen, een boek over de speciale dynamiek van een autistisch kind met een paard. Voorbij de manege loopt een spoorlijn, waar we ook vaak geweest om te kijken en te genieten van die grote gele snelle machines, waar P. zo veel passie voor voelt.
Als ik zo fiets en langs de plekken kom waar ik samen met hem avonturen heb beleefd, dan besef ik dat ik ongelooflijk veel met hem gedaan heb, de afgelopen jaren. Niet alleen buiten, trouwens. Ik heb ook veel voorgelezen, verhaaltjes vertelt, met hem gepraat, antwoord gegeven op oneindig veel vragen (“mamma, hoe zou je het vinden als je op bus 2 staat te wachten en lijn 54 komt langs?”) en ik heb met hem gespeeld. Soms ontstond er zo’n mooie flow en kon ik mijn eigen kinderlijke energie aanspreken. Dat is een heerlijk gevoel.
En toch, en toch ... ik heb me altijd schuldig gevoeld. Dat ik niet meer voor hem deed. Dat ik niet altijd de energie op kon brengen om in zijn wereld te duiken. Dat ik moe was of gewoon even geen zin had. Dat ik liever iets anders deed dan hem weer opnieuw aandacht geven. Dat ik niet altijd met hem wilde spelen terwijl ik ook de overtuiging heb dat juist dat spel een hele krachtige manier is om je kind te helpen en dat hoe vroeger je begint en hoe meer je doet, hoe beter het is.
Ik denk nu dat ik dat schuldgevoel achter me heb gelaten. Ik heb gedaan wat ik kon. Er was in het begin helemaal geen hulp, ik moest alles alleen doen. Ik heb daarna een heel programma hier thuis opgetuigd, mensen aangenomen, gecoacht, me in een uitputtingsslag om PGB en verantwoording daarvan gestort. Ik heb gezorgd voor mijn eigen psychische welbevinden door cursussen te volgen waarvan ik dacht dat die me konden voeden. Ik heb me verdiept in SonRise en CSL. Ik ben gegroeid, als mens.
En nu is het tijd om te beseffen dat ik me nergens schuldig over hoef te voelen. Ik ga gewoon door op mijn pad zonder die ballast. Ik hoef mezelf niets te verwijten.