Levend verlies
Levend verlies

Levend Verlies

Levend verlies verwijst naar het aanhoudende verdriet om iets of iemand die er nog is, maar niet meer zoals voorheen. Het is rouw zonder dood.

Mijn kinderen hebben inmiddels de volwassen leeftijd bereikt en ik dacht altijd bepaalde dingen in het leven te hebben geaccepteerd. Ook ben ik nogal nuchter en realistisch van aard. Vorige week heb ik meer gehoord over levend verlies en ben ik meer gaan stilstaan bij mijn eigen proces. En geen verrassing; om de zoveel tijd krijg ik bepaalde gevoelens en gedachten en zou ik graag willen dat mijn zonen ook kansen in het leven krijgen. Gewoon, de standaard dingen in het leven zoals een baan, een opleiding afronden of een eigen huis kunnen kopen.

Al jaren is mijn mantra; als mijn kinderen maar gelukkig zijn en een doel hebben om uit bed te komen. Wij hebben namelijk ook hele donkere tijden beleefd. Mijn kinderen zijn op dit moment niet ongelukkig met hun leven maar zit er toch een diepe onderlaag. Dat doet wat met mij als moeder.

 

Een rouw die blijft

Levend verlies stopt niet. Het is geen gebeurtenis, maar een proces. Er is geen helder moment waarop het begint of eindigt. Het verdriet is continu aanwezig, soms op de achtergrond, soms overweldigend op de voorgrond.

Je rouwt om wat had kunnen zijn, om verwachtingen en dromen die niet uitkomen. En vaak ook om de constante confrontatie met hoe de realiteit steeds opnieuw afwijkt van wat je gehoopt had.

 

Waarom is het zo zwaar?

Een van de moeilijkste aspecten van levend verlies is het gebrek aan erkenning. De buitenwereld ziet vaak niet wat er verloren is. Er is geen rouwkaart, geen troostende woorden. Daardoor voel je je snel eenzaam in je verdriet.

Ook het blijven zorgen voor iemand die verandert of afhankelijk blijft, kan een zware wissel trekken. Er is vaak schuldgevoel, frustratie en machteloosheid.

 

Hoe kun je omgaan met levend verlies?

Er is geen eenvoudige oplossing, maar deze handvatten kunnen helpen:

  • Erken je verlies. Wat je voelt is echt. Geef ruimte aan je verdriet.

  • Zoek lotgenoten. Contact met anderen die hetzelfde doormaken, kan troost geven.

  • Zoek balans. Je hoeft niet altijd sterk te zijn. Zorg ook goed voor jezelf.

  • Praat erover. Met een vriend, coach of therapeut. Woorden geven aan je gevoelens helpt.

 

Sinds ik bij Mama Vita andere moeders heb ontmoet heeft dit voor mij persoonlijk wel een helend effect gehad. Iemand die je begrijpt met een half woord en ook hetzelfde meemaakt.

Levend verlies is rauw, pijnlijk en vaak onzichtbaar. Het verdient erkenning, zowel in de maatschappij als in ons eigen hart. Door er woorden aan te geven, delen we het, en wordt het iets minder zwaar om te dragen.

 

Iedere ouder wens ik een hartverwarmend woord en schouder in het levend verlies proces!

 

Claudette Nouris

Mei 2025

Thuis de meltdown, op school het masker
Thuis de meltdown, op school het masker

Voor veel kinderen met autisme of een andere ondersteuningsbehoefte is een schooldag een enorme opgave. Niet vanwege het leren op zich, maar door alles wat eromheen gebeurt. Geluiden, geuren, licht, sociale verwachtingen, veranderingen in routines – al deze prikkels kunnen overweldigend zijn. Toch laten veel kinderen op school niet zien dat ze hiermee worstelen. Ze lijken rustig, luisteren goed en vertonen ‘gewenst gedrag’. Maar zodra ze thuis zijn, barst de bom.

 

Wat op school onzichtbaar blijft, komt thuis tot uiting

Thuisgekomen begint het ontladen: een uitbarsting van emoties, huilbuien, schreeuwen, of juist terugtrekken en stil worden. Dit noemen we een meltdown – geen woedeaanval, maar het gevolg van een langdurige overbelasting van het zenuwstelsel. Voor ouders zijn deze momenten intens en schrijnend. Ze zien hun kind lijden, terwijl de buitenwereld denkt dat het probleem bij hen ligt. Want: "Op school doet hij het prima."

 

Maskeren: het verborgen gevecht
Veel autistische kinderen zijn meesters in maskeren – het onderdrukken van hun impulsen en aanpassen aan de omgeving, om ‘gewoon’ over te komen. Dit kost ongelooflijk veel energie. Ze houden zich de hele dag groot, terwijl ze van binnen volledig overprikkeld raken. De sensorische overbelasting (bijv. harde stemmen, felle lampen, aanrakingen) wordt genegeerd of verdrongen, maar ze bouwt zich op. En die opgebouwde spanning moet er ergens uit.

 

Onderprikkeling: de andere kant van het verhaal
Naast overprikkeling is er ook onderprikkeling. Sommige kinderen krijgen op school juist te weinig zintuiglijke input of uitdaging, wat leidt tot verveling, vermoeidheid en frustratie. Dit kan zich uiten in wiebeligheid, terugtrekken, of dromerig gedrag. Ook dat kan zich pas thuis uiten in negatieve emoties of gedragingen.

 

Schooltrauma

Er is nog weinig (h)erkenning van deze traumavorm in het onderwijs en bij ouders. Deze specifieke vorm ontstaat bij kinderen voor wie de school geen veilige plek is. De oorzaak kan bijvoorbeeld liggen in het feit dat de leerstof langdurig niet aansluit bij wat het kind nodig heeft: de leerstof is vrijwel altijd te moeilijk of juist te makkelijk. Een kind heeft last van de enorme hoeveelheid prikkels die je nu eenmaal hebt in een schoolklas, maar kan daar niet weg. Een kind wordt langdurig gepest of buitengesloten door medeleerlingen en/of de leerkracht.

Belangrijk: Ook als de school en de leerkracht het beste met een kind voor hebben (en dat is gelukkig meestal zo) kan het toch zo zijn dat het kind zich eenzaam voelt, zichzelf ziet al ‘anders dan alle anderen’,  zichzelf buitengesloten voelt of ongelukkig is. Als zo’n situatie jaren duurt, kan zich, ondanks alle goede bedoelingen van iedereen rond het kind tóch een schooltrauma ontwikkelen.

 

Wat kunnen scholen doen?

Luister naar ouders: Zij zien de andere kant van het verhaal en zijn experts in het gedrag van hun kind.

Kijk tussen de regels door: Let op kleine signalen van stress, vermijding, teruggetrokken gedrag of lichamelijke klachten.
Biedt voorspelbaarheid en rust: Vaste routines, rustige ruimtes en duidelijke communicatie helpen enorm.
Stimuleer open communicatie: Een goede samenwerking tussen school en thuis is essentieel.
Ondersteun zonder oordeel: Kinderen (en ouders!) hebben geen baat bij verwijten, maar bij begrip en ondersteuning.

 

Wat kunnen ouders doen?

Als ouder sta je vaak tussen twee werelden: je ziet de heftige ontlading thuis, terwijl je van school hoort dat er "niets aan de hand is". Dat is frustrerend en machteloos makend. Toch zijn er dingen die je kunt doen om je kind – én jezelf – beter te ondersteunen.
Blijf je kind serieus nemen. Jij kent je kind het beste. Vertrouw op wat je ziet en voelt, ook als anderen het niet direct herkennen. Over- of onderprikkeling zijn echte ervaringen. Je erkenning helpt je kind zich veilig te voelen.
Zoek contact met school. Blijf in gesprek, zonder strijd. Deel wat je thuis ziet, en geef uitleg over wat over- of onderprikkeling met je kind doet. Geef voorbeelden en denk samen na over aanpassingen op basis van een OPP (ontwikkel en perspectief plan).
Zorg voor decompressietijd na school. Laat je kind na school eerst ontladen – bijvoorbeeld door alleen te zijn, te gamen, buiten te spelen of een zintuiglijke activiteit te doen zoals schommelen of tekenen.

 

Autisme  of een andere ondersteuningsbehoefte is niet altijd zichtbaar. Kinderen kunnen op school perfect lijken te functioneren, terwijl ze van binnen worstelen met een overdaad of tekort aan prikkels. Wat thuis gebeurt, is vaak de uiting van wat op school is opgebouwd. Door beter te kijken, te luisteren en samen te werken, kunnen we deze kinderen écht helpen – zowel op school als thuis.

 

Paardencoaching
Paardencoaching

“Ik ben kapot. Maar ik houd van mijn kind. Maar ik ben kapot.”

– Gedachten die je misschien niet hardop zegt, maar wel voelt. Dag in, dag uit.

Er zijn van die dagen – of weken – dat je op je tenen loopt. Je kind met autisme is overprikkeld, jij bent oververmoeid, en het lijkt alsof de wereld om jullie heen maar blijft doordraaien terwijl jij stilstaat met een vol hoofd en een leeg hart. Alles gaat op wilskracht. Liefde genoeg, daar ligt het niet aan. Maar hoe houd je het vol als je áltijd ‘aan’ staat?

Ik weet hoe dat voelt. En ik weet ook dat het anders kan.

Bij MyImperium zien we dagelijks de kracht van moeders. En ook hoe belangrijk het is dat zij zélf weer ademruimte krijgen. Dat kinderen met autisme zich gehoord, gezien en veilig voelen – ook als praten lastig is. Daarom zetten wij onder andere paardencoaching in. Niet zweverig, wel doeltreffend. En verrassend effectief.

Wat paardencoaching doet?

Een paard oordeelt niet. Het kijkt niet naar gedrag, diagnoses of labels. Het reageert puur op energie en emoties. Kinderen met autisme voelen zich vaak veilig bij een paard. Ze hoeven niks uit te leggen, niks goed te doen – en toch gebeurt er iets. Ze komen tot rust. Ze leren grenzen voelen en aangeven. Ze durven weer te vertrouwen op hun eigen lichaam en gevoel.

En moeders? Die zien hun kind op een andere manier. Zonder strijd. Zonder spanning. Gewoon, zoals het kind is. En vaak – soms onverwacht – leren ze ook over zichzelf. Over loslaten, ademhalen, even niet hoeven zorgen.

En weet je wat soms écht helend is?

Dat jij als moeder ook eens zelf met een paard mag werken. Gewoon jij. Zonder kind erbij. Want jij draagt veel. Jij zorgt, regelt, bewaakt, vangt op. En eerlijk? Jij hebt óók recht op een moment van rust, inzicht en opluchting. Paardencoaching kan je helpen om weer even bij jezelf te komen. Om te voelen wat je nodig hebt. Zonder woorden, zonder oordeel – maar met ruimte. Voor jou.

Resultaten die we regelmatig zien:

• Kinderen die beter leren omgaan met prikkels.

• Meer zelfvertrouwen en minder spanning.

• Moeders die weer ademruimte ervaren.

• Meer onderling begrip en verbinding tussen ouder en kind.

En het mooie? Je hoeft niet van paarden te houden of er ervaring mee te hebben. De paarden doen het werk. Jij mag gewoon zijn.

Dus… als jij je herkent in het gevoel van “ik houd van mijn kind, maar ik ben kapot” – weet dat je niet alleen bent. En dat er echt manieren zijn om van overleven naar leven te gaan. Mét je kind. Mét autisme. Mét zachtheid.

Van kak naar gemak – ook dat kan. Zelfs met een paard erbij.

Wil je meer weten over onze paardencoaching of kennismaken met MyImperium? Je bent van harte welkom. Soms is het eerste stapje gewoon even stilstaan. Wij staan naast je.

Liefs jacq 

Mvrg. Jacquelien van de Hoef

Myimperium - (paarden) coaching & (emdr)therapie 

Onderprikkeling en de meltdown
Onderprikkeling en de meltdown

Onderprikkeling en de meltdown

In de vorige blog schreef ik over overprikkeling en de meltdown en nu gaat het over de onderprikkeling en de meltdown. Want onderprikkeling bij autisme kan net zo goed tot een meltdown leiden als overprikkeling, hoewel dat minder bekend is.

Wat betekent onderprikkeling nou eigenlijk?
Bij onderprikkeling ervaart het kind te weinig zintuiglijke, cognitieve of emotionele stimulatie. Ze krijgen niet genoeg prikkels, zoals geluiden, beelden, aanrakingen of beweging binnen, of hun hersenen verwerken die prikkels minder intens dan bij anderen. Dit kan leiden tot verveling, passiviteit of juist opvallend gedrag om meer prikkels te zoeken.

Wat zijn de signalen van onderprikkeling?
1)Frustratie en verveling:
Wanneer iemand te weinig uitdaging of afwisseling ervaart, kan zich dat opstapelen tot frustratie.

2)Behoefte aan zelfstimulatie:
Sommige mensen proberen onderprikkeling te compenseren met stimming, bijvoorbeeld rondrennen, geluiden maken, dingen aanraken, wiegen, tikken, herhalen van geluiden. Als dit wordt onderbroken of niet geaccepteerd wordt, kan spanning toenemen.

3)Geen uitlaatklep:
Als iemand niet in staat is om de onderprikkeling te herkennen of er iets aan te doen bijvoorbeeld op school of werk. Je kan dan last krijgen van opgekropte energie: te weinig prikkels betekent niet dat er geen interne activiteit is. Ongebruikte mentale of fysieke energie kan zich opbouwen tot het te veel wordt.

4)Weinig reactie op omgeving:
Ze lijken niet geïnteresseerd, afwezig of traag in hun reacties.

5)Concentratieproblemen:
Moeite om betrokken te blijven bij een activiteit.

Zintuiglijke onderprikkeling
Bij onderprikkeling van de zintuigen zoals het gehoor (auditief), lijkt het kind geluiden of tonen niet op te merken of reageren ze niet op hun naam. Visueel hebben ze weinig interesse in visuele prikkels of zoeken juist felle kleuren en bewegingen op zoals een balletje met kleurtjes of licht erin. Bij tast willen ze graag dingen of mensen aanraken of houden ze juist van stevige druk. Bij proprioceptie (lichaamsbewustzijn), botsen ze of struikelen ze veel of houden van zware lichamelijke activiteiten. Bij de vestibulaire prikkels oftewel evenwichts- en bewegingsprikkels kan schommelen en draaien sterke, ritmische prikkels geven die voor sommige kinderen rustgevend of juist activerend zijn.

 

Hoe kan onderprikkeling leiden tot een meltdown?
Wanneer een kind met autisme in een klas zit waar het lesmateriaal te makkelijk is en het kind krijgt weinig afwisseling. En het mag niet bewegen of geluid maken, en wordt zo beperkt in zijn behoefte aan stimulatie dan kan het na opgekropte verveling ineens boos worden, huilen of schreeuwen: De welbekende meltdown.

De signalen van een meltdown vind je in de blog over Overprikkeling en de meltdown?
www.mamavita.nl/mama-vita-blog/2025/5/14/overprikkeling-en-de-meltdown

Wat helpt bij onderprikkeling?

•        Stimulerende taken aanbieden

•        Bewegingen zoals trampoline springen, dansen of bouwen met grote blokken.
        Sensorische prikkels mogelijk maken (vraag advies aan een sensorisch integratieve fysiotherapeut of ergotherapeut)

•        Een signaleringsplan opstellen om onderprikkeling tijdig te herkennen

·        Zintuiglijke stimulatie aanbieden: zoals voel- en snoezelmateriaal zoals speelzand of schuim, muziek, beweging of                knutselwerk.

·       Schommelen en draaien

Overprikkeling en onderprikkeling kunnen ook tegelijkertijd voorkomen, vooral bij kinderen met autisme. Dit klinkt tegenstrijdig, maar het komt vaak voor omdat autistische kinderen prikkels op een andere manier verwerken. Autisme beïnvloedt de sensorische informatieverwerking, en dat betekent dat een kind overprikkeld kan zijn door bijvoorbeeld geluid en tegelijkertijd onderprikkeld is in beweging of tast. Je kind zit in een druk klaslokalen raakt overprikkeld door het geroezemoes. Tegelijkertijd voelt het zich onderprikkeld in het lichaam, waardoor het wil bewegen om zich “wakker” te houden of te kalmeren. 

Met hartelijke groet,

Petra Dekker
Regiocoördinator Mama Vita

Overprikkeling en de meltdown
Overprikkeling en de meltdown

Overprikkeling en de meltdown

Herken jij dat ook? Je kind met autisme gaat ’s morgens naar school en komt thuis en schiet in een meltdown. Soms lijkt het op een woede-uitbarsting uit het niets, maar dat is het niet. Een woede-uitbarsting is niet leuk zowel voor de ouders als voor het kind zelf. Onze zoon heeft veel meltdowns gehad, en ik stond echt met mijn handen in het haar. Machteloos toekijkend, maar soms werd ik ook boos omdat ik uitgescholden werd voor alles wat mooi en lelijk was, omdat ik niet wist dat dit een meltdown was. Wat is nou eigenlijk een meltdown en hoe ontstaat deze bij overprikkeling?

Bij autisme kan een meltdown optreden als gevolg van overprikkeling van alle zintuigen. Maar ook door gevoelens en gedachtes, en alle informatie die het kind te verwerken krijgt. Wanneer de hersenen te veel informatie tegelijk moeten verwerken en het niet meer lukt om die op een gecontroleerde manier te reguleren, ligt een meltdown op de loer.

Een meltdown wordt veroorzaakt door sensorische overbelasting zoals geluid (hard of veel tegelijk), denk dan aan de klaslokalen of de gangen waar ze met vele tegelijkertijd lopen om van klaslokaal te verwisselen. Licht (fel of flikkerend) zoals tl-verlichting, of zonlicht wat naar binnen straalt.  Geuren zoals parfum, deodorant, etensgeuren maar ook smaken wanneer ze in de pauze zelf nog wat gaan eten. Denk ook aan de tactiele prikkels zoals kleding labels, veterschoenen die te los of te strak kunnen zitten, zo ook het tegen elkaar aanlopen in de gangen.

Ook emotionele overbelasting zoals angst of stress (bijvoorbeeld door sociale interacties), onverwachte veranderingen of gebrek aan voorspelbaarheid en frustratie of niet worden begrepen.

Deze prikkels kunnen zich opstapelen tot het brein ze niet meer aankan. Soms lukt het het kind met autisme om zich de hele dag “goed” te houden en aan te passen op school. Als het echt te veel is dan kan het kind op school een meltdown krijgen. Vaak lukt het ‘volhouden’ tot ze eenmaal veilig thuis zijn.

Wat is de meltdown nu eigenlijk?
Het is een vorm van cognitieve overbelasting. Als iemand met autisme voortdurend moet nadenken over hoe te reageren in sociale situaties of veel taken tegelijk moet uitvoeren, kan dat mentale vermoeidheid veroorzaken. Wanneer en geen ruimte is voor ontprikkeling is om te ontspannen of zich terug te trekken, stapelen de prikkels zich verder op tot het “emmer-effect” — de emmer loopt over. Hiervoor worden vaak stilteruimtes gebruikt op school. Echter worden deze ruimtes ook vaak als ‘strafplek’ gebruikt of geassocieerd. Het moet voor het kind heel duidelijk zijn dat deze ‘rustplek’ alleen voor ontspanning gebruikt wordt. En ontprikkelen lukt niet altijd in 5 minuten pauze maar heeft vaak langer tijd nodig.

Hoe kan een meltdown er uit zien?
Een meltdown is geen driftbui of opzettelijk gedrag, maar een intense reactie op overweldiging. Dit kan zich uiten in schreeuwen, huilen, slaan of zich terugtrekken en niet meer kunnen communiceren. Zo ook vluchtgedrag of zelfs shutdown (stilvallen). Mijn zoon liep vaak weg van school omdat de stilteruimte gebruikt werd als strafplek en hij nergens anders tot rust kon komen dan er van weg te lopen.

Hier zijn tips om meltdowns bij autisme te voorkomen, te herkennen en er beter mee om te gaan. Zowel voor het kind zelf als voor de omgeving:

1. Herken vroege signalen van overprikkeling
Let op subtiele signalen dat iemand overbelast raakt, zoals:
• Rusteloosheid, wiebelen of friemelen
• Minder spraak of juist sneller praten
• Afleiding zoeken of zich afsluiten
• Irritatie of frustratie bij kleine dingen

Bied op tijd rust aan, bijvoorbeeld door een pauze, stilteplek of het gebruik van een koptelefoon.

2. Structuur en voorspelbaarheid
Mensen met autisme hebben hier soms baat bij:
Duidelijke dagindeling of schema's. Dit is heel persoonlijk en kan per kind en volwassenen verschillen.
• Vooraf uitleggen wat er gaat gebeuren
• Aankondigen van veranderingen

Je kan gebruik maken van visuele hulpmiddelen (zoals pictogrammen) of checklists als ondersteuning.

3. Beperk overbodige prikkels
• Dim het licht, vermijd harde geluiden
• Biedt rustige ruimtes aan
• Gebruik zo nodig hulpmiddelen zoals zonnebrillen, noise cancelling koptelefoons

4. Zelfregulatie aanleren en ondersteunen
Help de persoon om te leren:
• Herkennen van eigen grenzen. Je kan hiervoor een signaleringsplan maken.
• Wat kalmeert (gamen, muziek, diepe druk, ademhalingsoefeningen, wandelen)
• Hoe ze kunnen aangeven dat ze overprikkeld raken

Oefen samen met het herkennen en benoemen van stress of overprikkeling.

5. Zorg voor herstelmomenten
Na een drukke activiteit of sociale situatie is het belangrijk om ruimte te bieden voor ontprikkelen:
• Even alleen zijn
• Rustige hobby’s (bijv. tekenen, puzzelen, wandelen)
• Vertrouwde routines


 Wat kan je doen bij een meltdown op het moment zelf?
•     Blijf rustig of met stilte: Reageer niet met boosheid of druk.
•      Veiligheid eerst: Zorg dat de persoon en omgeving veilig zijn.
•      Niet praten als dat overprikkelt: Soms is stilte het beste.·       Niet aanraken of vasthouden tenzij dat nodig is om veiligheid te bieden.
•       Bied nabijheid zonder te dwingen: “Ik ben er als je me nodig hebt.”

Op het internet kun je voorbeelden van signaleringsplannen vinden. Mocht je kind vaak last hebben van meltdowns is het handig om samen een signaleringsplan te maken zodat je samen kan leren om een meltdown te voorkomen of te verminderen.

Met hartelijke groet,

Petra Dekker
Regiocoördinator Mama Vita

‘’Ik ben er helemaal klaar mee’’…. En dan?
‘’Ik ben er helemaal klaar mee’’…. En dan?

‘’Ik ben er helemaal klaar mee’’…. En dan?

 

Of iemand een blog wilde schrijven? De vraag kwam in de app. Dat kwam me mooi uit! In mijn hoofd was ik al bezig met een artikel, bijvoorbeeld als ingezonden brief bij een krant.

Hoe vaak hoor ik niet van moeders van kinderen met een hulpvraag: ‘’ik ben er helemaal klaar mee!’’  Tja, denk ik dan, en wat nu? Ik hoor een uiting die me zorgen baart. Zeker in de context van moeders van kinderen met autisme. Kennelijk is de moeder of zijn de ouders te overbelast

om door te gaan met vechten tegen de weerstand. Om voor elkaar proberen te krijgen wat hun kind en zij zelf nodig hebben. Al een tijdje geef ik nu workshops op regioavonden

aan moeders van Mama Vita en ouders van de Oudervereniging Balans over hoe om te gaan met stress en het geven van evenwichtige feedback. Zodat je de ander uit de stress kan halen met de juiste woorden en houding. We kijken dan vanuit de persoonlijkheidsanalyse die vaak in het bedrijfsleven gebruikt wordt. En we bespreken voorbeelden van hoe te onderhandelen. Wat is je ‘’wisselgeld’’? Welke terugvalopties heb je als de ander / de school of de gemeente vasthoudt aan hun visie? Hoe heropen je de onderhandeling als de andere partij een optie al heeft afgesloten, maar jij nog niet? Kies je dan de juridische weg omdat ‘’je er helemaal klaar mee bent’’? Of ga je weer proberen tot een oplossing te komen en terug naar de onderhandelings- of gesprekstafel? Hoe belangrijk het is dat je zaken ‘’zacht neerlegt’’. Dat je eerst met de neutrale feiten komt. Dan uitlegt wat de situatie met je kind en jou doet. Dan ingaat op hoe je je voorstelt dat het goed zou kunnen verlopen. Dan checken of de ander het daarmee eens kan zijn. En dan weer kijken, als ja, hoe jullie daar gezamenlijk kunnen komen. Je taalgebruik kan zoveel uitmaken in het effect dat je bereikt bij de andere partij. Stel dat je met je harde woorden tegen de haren van je gesprekspartner instrijkt en jij weer wordt bestempeld als ‘’die lastige moeder’’ of als: ‘’dit kind nemen we niet op school aan want dan beginnen die ouders ook op deze nieuwe school op iedere slak zout te leggen’’. ‘’Geweldloze communicatie’’ en leren onderhandelen vind ik als werkwijzes zo waardevol. Er zijn goede boeken over. En / of je kunt jezelf erin trainen. Tot nu toe heb ik mijn specifieke kennis/ervaring op dit gebied nog niet uitgebreid in een training ingezet. Behalve dan bij individuele situaties. ‘’Ik ben er helemaal klaar mee…’’ is eigenlijk niet vol te houden namelijk als we toch afhankelijk zijn van de omgeving van je kind en van de systemen waar we mee te maken hebben. Ik ben benieuwd of jullie herkenning voelen en of er behoefte aan is bij onze Mama Vita moeders. Jullie weten Claudette te vinden.

Monique van Eijkelenburg bestuurslid Mama Vita.