Thuis de meltdown, op school het masker

Voor veel kinderen met autisme of een andere ondersteuningsbehoefte is een schooldag een enorme opgave. Niet vanwege het leren op zich, maar door alles wat eromheen gebeurt. Geluiden, geuren, licht, sociale verwachtingen, veranderingen in routines – al deze prikkels kunnen overweldigend zijn. Toch laten veel kinderen op school niet zien dat ze hiermee worstelen. Ze lijken rustig, luisteren goed en vertonen ‘gewenst gedrag’. Maar zodra ze thuis zijn, barst de bom.

 

Wat op school onzichtbaar blijft, komt thuis tot uiting

Thuisgekomen begint het ontladen: een uitbarsting van emoties, huilbuien, schreeuwen, of juist terugtrekken en stil worden. Dit noemen we een meltdown – geen woedeaanval, maar het gevolg van een langdurige overbelasting van het zenuwstelsel. Voor ouders zijn deze momenten intens en schrijnend. Ze zien hun kind lijden, terwijl de buitenwereld denkt dat het probleem bij hen ligt. Want: "Op school doet hij het prima."

 

Maskeren: het verborgen gevecht
Veel autistische kinderen zijn meesters in maskeren – het onderdrukken van hun impulsen en aanpassen aan de omgeving, om ‘gewoon’ over te komen. Dit kost ongelooflijk veel energie. Ze houden zich de hele dag groot, terwijl ze van binnen volledig overprikkeld raken. De sensorische overbelasting (bijv. harde stemmen, felle lampen, aanrakingen) wordt genegeerd of verdrongen, maar ze bouwt zich op. En die opgebouwde spanning moet er ergens uit.

 

Onderprikkeling: de andere kant van het verhaal
Naast overprikkeling is er ook onderprikkeling. Sommige kinderen krijgen op school juist te weinig zintuiglijke input of uitdaging, wat leidt tot verveling, vermoeidheid en frustratie. Dit kan zich uiten in wiebeligheid, terugtrekken, of dromerig gedrag. Ook dat kan zich pas thuis uiten in negatieve emoties of gedragingen.

 

Schooltrauma

Er is nog weinig (h)erkenning van deze traumavorm in het onderwijs en bij ouders. Deze specifieke vorm ontstaat bij kinderen voor wie de school geen veilige plek is. De oorzaak kan bijvoorbeeld liggen in het feit dat de leerstof langdurig niet aansluit bij wat het kind nodig heeft: de leerstof is vrijwel altijd te moeilijk of juist te makkelijk. Een kind heeft last van de enorme hoeveelheid prikkels die je nu eenmaal hebt in een schoolklas, maar kan daar niet weg. Een kind wordt langdurig gepest of buitengesloten door medeleerlingen en/of de leerkracht.

Belangrijk: Ook als de school en de leerkracht het beste met een kind voor hebben (en dat is gelukkig meestal zo) kan het toch zo zijn dat het kind zich eenzaam voelt, zichzelf ziet al ‘anders dan alle anderen’,  zichzelf buitengesloten voelt of ongelukkig is. Als zo’n situatie jaren duurt, kan zich, ondanks alle goede bedoelingen van iedereen rond het kind tóch een schooltrauma ontwikkelen.

 

Wat kunnen scholen doen?

Luister naar ouders: Zij zien de andere kant van het verhaal en zijn experts in het gedrag van hun kind.

Kijk tussen de regels door: Let op kleine signalen van stress, vermijding, teruggetrokken gedrag of lichamelijke klachten.
Biedt voorspelbaarheid en rust: Vaste routines, rustige ruimtes en duidelijke communicatie helpen enorm.
Stimuleer open communicatie: Een goede samenwerking tussen school en thuis is essentieel.
Ondersteun zonder oordeel: Kinderen (en ouders!) hebben geen baat bij verwijten, maar bij begrip en ondersteuning.

 

Wat kunnen ouders doen?

Als ouder sta je vaak tussen twee werelden: je ziet de heftige ontlading thuis, terwijl je van school hoort dat er "niets aan de hand is". Dat is frustrerend en machteloos makend. Toch zijn er dingen die je kunt doen om je kind – én jezelf – beter te ondersteunen.
Blijf je kind serieus nemen. Jij kent je kind het beste. Vertrouw op wat je ziet en voelt, ook als anderen het niet direct herkennen. Over- of onderprikkeling zijn echte ervaringen. Je erkenning helpt je kind zich veilig te voelen.
Zoek contact met school. Blijf in gesprek, zonder strijd. Deel wat je thuis ziet, en geef uitleg over wat over- of onderprikkeling met je kind doet. Geef voorbeelden en denk samen na over aanpassingen op basis van een OPP (ontwikkel en perspectief plan).
Zorg voor decompressietijd na school. Laat je kind na school eerst ontladen – bijvoorbeeld door alleen te zijn, te gamen, buiten te spelen of een zintuiglijke activiteit te doen zoals schommelen of tekenen.

 

Autisme  of een andere ondersteuningsbehoefte is niet altijd zichtbaar. Kinderen kunnen op school perfect lijken te functioneren, terwijl ze van binnen worstelen met een overdaad of tekort aan prikkels. Wat thuis gebeurt, is vaak de uiting van wat op school is opgebouwd. Door beter te kijken, te luisteren en samen te werken, kunnen we deze kinderen écht helpen – zowel op school als thuis.