Als slapen niet vanzelf gaat

Veel ouders kennen het wel: je kind kan niet in slaap komen, of wordt midden in de nacht wakker en is klaarwakker. Dat is niet alleen vermoeiend voor je kind, maar ook voor jou als ouder. Slaapgebrek kan iedereen uit balans brengen — en bij kinderen met autisme komt dit nog vaker voor. Ongeveer 40 tot 80% van hen heeft moeite met slapen.

Rust en slaap zijn belangrijk voor het herstel van lichaam en hoofd. Te weinig slaap kan zorgen voor vermoeidheid, concentratieproblemen, overprikkeling, gedragsproblemen en het versterken van autistische kenmerken.

Waarom slapen kinderen met autisme vaak moeilijk?

Er kunnen veel redenen zijn waarom slapen niet vanzelf gaat. Soms heeft het te maken met angst of spanning, of omdat je kind zich niet veilig voelt. Ook kan het zijn dat er te veel prikkels van de dag blijven rondspoken in het hoofd, of dat het kind te vroeg naar bed gaat.

Kinderen met autisme denken soms dat je direct moet slapen zodra je in bed ligt. Wanneer dat niet lukt, komen ze er al snel weer uit met de boodschap: “Ik kan niet slapen.” Probeer dan rustig uit te leggen dat het even kan duren voordat je echt in slaap valt — meestal zo’n 30 minuten — en dat het goed is om gewoon lekker te blijven liggen.

Wat helpt niet (en wat juist wel)?

Sommige dingen maken het moeilijker om in slaap te vallen. Cafeïne (zoals cola, koffie of energiedrankjes) en bepaalde medicijnen, zoals Ritalin of Concerta, kunnen inslapen bemoeilijken. Ook schermen zoals televisie, computer, tablet of telefoon vlak voor bedtijd houden het brein actief door het felle licht.

Beter is het om een uur voor het slapen rustigere activiteiten te doen: samen een boekje lezen, muziek luisteren of gewoon even kletsen. Als een scherm toch helpt om tot rust te komen, gebruik dan een blauwlichtfilter. Zorg daarnaast dat je kind overdag voldoende beweegt, want dat helpt ’s avonds om beter te slapen.

Let op prikkels in de slaapkamer

De slaapkamer is een plek om te ontspannen. Toch kunnen allerlei prikkels het slapen verstoren. Denk aan:

  • Geluiden (een tikkende klok, een zoemende computer)

  • Licht (een kiertje door de gordijnen, een fel nachtlampje)

  • Geuren of een te warme kamer

  • Nachtkleding die niet lekker zit of een deken die te zwaar is

Sommige kinderen vinden juist rust in zachte geluiden, zoals een ventilator of rustige achtergrondmuziek. Een verzwaringsdeken of verzwaringsknuffel kan ook helpen om het lichaam beter te voelen en tot rust te komen.

Een vast bedritueel geeft houvast

Een voorspelbare routine helpt kinderen om te ontspannen. Een bedritueel duurt ongeveer een half uur en kan er bijvoorbeeld zo uitzien:

  1. Uitkleden en tanden poetsen

  2. Pyjama aantrekken

  3. Gordijnen dichtdoen en het nachtlampje aandoen

  4. Nog even voorlezen of knuffelen

  5. “Welterusten” zeggen

Je kunt dit ritueel verduidelijken met een stappenplan, pictogrammen of foto’s. Zorg voor een rustige, opgeruimde en goed geventileerde slaapkamer.

Veiligheid en geborgenheid

Een slaapkamer moet een fijne, veilige plek zijn — geen plek voor straf. Sommige kinderen slapen beter als ze de kamer delen met een broertje, zusje of zelfs een huisdier. Ook een droomtentje boven het bed, een favoriete knuffel of rustige natuur- of slaapgeluiden (regen, hartslag, golven) kan helpen om zich veilig te voelen.

Is je kind bang voor monsters? Jaag ze dan samen weg of “stuur ze het raam uit”. Maak er iets luchtigs van. Een klein nachtlampje kan ook veel rust geven.
Je kan ook 'magische' hulpmiddelen gebruiken. Kinderen geloven vaak in de kracht van symbolen. Gebruik dat gerust op een positieve manier:

  • Een dromenvanger of “beschermsteen” tegen nare dromen.

  • Een ‘monsterverjaag-spray met lavendelgeur in een plantenspuit.

  • Een knuffel-held die “de wacht houdt” terwijl ze slapen.

Rust in het hoofd

Help je kind om de dag rustig af te sluiten. Bespreek samen wat er goed ging vandaag — en eventueel wat minder goed — maar eindig altijd positief.
Als je kind juist meer gaat piekeren van zulke gesprekken, kun je een piekerboekje gebruiken. Daarin kan het kind gedachten of zorgen opschrijven en zo letterlijk “uit het hoofd” zetten.

Als slapen nog steeds niet lukt

Probeer discussies in de avond te vermijden. Je kunt zeggen: “Je hoeft niet te slapen, maar je lichaam heeft wel rust nodig.” Spreek af wat je kind wél mag doen als het niet kan slapen: een boekje lezen, naar een luisterboek luisteren of tekenen.

En weet: boos worden helpt meestal niet. Blijf kalm, hoe moeilijk dat soms ook is. Sommige kinderen hebben tijdelijk behoefte om dichtbij hun ouders te slapen. Dat is oké voor een korte periode — bouw het later stap voor stap weer af.

Extra hulp en ideeën

  • Mindfulness of ontspanningsoefeningen

  • Zachte massage voor het slapengaan

  • Een beloningssysteem voor wat goed gaat

  • Kindermeditaties luisteren

  • Gebruik positieve afsluiters van de dag. Sluit de dag altijd vriendelijk en rustig af: Vertel 3 fijne dingen van vandaag (hoe klein ook). Een positieve afsluiting helpt het brein ontspannen en vermindert piekergedachten.

Wanneer hulp inschakelen?

Blijven de slaapproblemen aanhouden, of merk je dat het je kind echt belemmert in het dagelijks leven? Neem dan altijd contact op met de behandelend arts of begeleider. Soms is er een medische of sensorische oorzaak die verder onderzocht kan worden.

Onthoud: geen enkel kind slaapt precies hetzelfde. Wat voor het ene kind werkt, hoeft bij het andere niet te helpen. Blijf proberen, blijf geduldig en geef jezelf als ouder ook de rust die je nodig hebt.


Met hartelijke groet,

Petra Dekker
Regiocoördinator Mama Vita