Afhankelijk - door Anneke vd Ploeg

BLOG MAMA  VITA "AFHANKELIJK" DOOR ANNEKE VD PLOEG

Op de tweede dag dat ik thuis ben sinds ik gestopt ben met werken gaat de telefoon. Onze zoon Job belt vanaf school. ‘Het lukt niet mam’ zegt hij. Ik blijf stil, want dit is een mededeling waar vast nog iets achter aan komt. Maar er komt niets. ‘Dat is vervelend lieverd, wat gaat er niet?’ ‘Nou, gewoon, ik kan me niet concentreren enzo. Ik voel me niet fijn, heb een beetje buikpijn en ook hoofdpijn.’ Weer stilte. Op mijn vraag ‘en wat nu dan?’ weer een stilte.

Mijn moederhart begon bij zijn ‘het lukt niet mam’ gelijk sneller te kloppen. In gedachten pakte ik de autosleutels al van het sleutelrekje en had ik mijn jas en schoenen al aan getrokken. Ik moest natuurlijk naar hem toe, hem helpen, er voor hem zijn. Maar dat hebben we één keer eerder gedaan, vorig jaar in groep 8. Resultaat was dat Job een week niet naar school is geweest en dat we daarna nog zeker 6 weken bezig zijn geweest om hem, stapje voor stapje, weer iedere dag op de fiets naar school te krijgen. Dus ik dacht nu wel even twee keer na. Dat zou de oplossing zeker niet zijn, maar wat dan wel?

Ik vraag hem waar hij op rekent of op hoopt. ‘Geen idee mam’zegt hij. Ook vraag ik hem of hij zelf een  oplossing weet. Ook daar een ontkennend antwoord. Ik hoor aan zijn stem dat hij het op dit moment écht zelf even niet meer weet. Ik heb tijd nodig, tijd om na te denken, om een goed antwoord voor hem te vinden wat hem écht verder helpt. Maar nadenken lukt al een aantal maanden niet meer. Ruimte om ad hoc een passend en goed antwoord aan wie dan ook te geven is er niet in mijn hoofd. Mijn man Kees is boven aan het thuis werken en dat biedt de mogelijkheid om even met hem te overleggen.

‘Ik bel je binnen 5 minuten terug schat, ik moet hier even goed over nadenken’ zeg ik tegen Job. Ik ren naar boven, Kees gebaart dat hij in telefonisch overleg zit en ik gebaar dat dat dan even jammer is, maar dat ik zijn aandacht nú nodig heb. Ik leg uit wat er aan de hand is en geef aan dat ik het even niet meer weet. ‘Gewoon, op school blijven natuurlijk’. Op een toon die heel logisch klinkt. Tja, dat vind ik dan weer typisch een mannenantwoord.

Natuurlijk weet ik dat hij gelijk heeft, maar hoe ga ik dit aan Job vertellen? Ik bel Job. Mijn gevoel schakel ik uit en mijn toon houd ik neutraal. ‘Je blijft op school en als je thuis komt praten we er over. Want ik begrijp dat het gevoel wat je nu hebt heel vervelend is en daar moeten we iets mee.’ Tot mijn grote verbazing klinkt er een bijna opgelucht ‘OK’ door de telefoon. Wat? Is dat alles? Geen discussie die ik eigenlijk wel verwacht? Maar gewoon ‘OK’? Ik slik mijn verbazing net op tijd in en wens hem verder een fijne dag. Ik geef aan dat ik weet dat hij het kan en dat alles goed komt.

Trots ben ik er op dat we dit zo hebben aangepakt. Maar het geeft natuurlijk wel te denken dat Job direct akkoord gaat met mijn mededeling dat hij op school moet blijven. Met mijn coach, die toevallig ’s middags komt, heb ik het erover. ‘Pas op dat Job je nu niet volledig gaat claimen omdat hij denkt  dat je nu fulltime voor hem beschikbaar bent. Wat heeft hem getriggerd om jou precies op dat moment te bellen? Daar moet je zien achter te komen.’

’s Middags komt Job uit school met een bedrukt gezicht. Hij voelt zich nog steeds niet goed, maar het is verder wel goed gegaan op school. Ik vertel hem dat ik reuze trots op hem ben dat hij op school is gebleven en heb een goed gesprek met hem. Dat ik nu dan wel fulltime thuis ben en hem zal begeleiden waar ik kan, maar dat hij het nog steeds echt zélf moet doen. Dat ik hem handvatten ga geven waarmee hij zélf verder kan. Want het zou namelijk vreselijk jammer zijn als we van structuurafhankelijk weer terug gaan naar persoonsafhankelijk ….