Overprikkeling en de meltdown

Herken jij dat ook? Je kind met autisme gaat ’s morgens naar school en komt thuis en schiet in een meltdown. Soms lijkt het op een woede-uitbarsting uit het niets, maar dat is het niet. Een woede-uitbarsting is niet leuk zowel voor de ouders als voor het kind zelf. Onze zoon heeft veel meltdowns gehad, en ik stond echt met mijn handen in het haar. Machteloos toekijkend, maar soms werd ik ook boos omdat ik uitgescholden werd voor alles wat mooi en lelijk was, omdat ik niet wist dat dit een meltdown was. Wat is nou eigenlijk een meltdown en hoe ontstaat deze bij overprikkeling?

Bij autisme kan een meltdown optreden als gevolg van overprikkeling van alle zintuigen. Maar ook door gevoelens en gedachtes, en alle informatie die het kind te verwerken krijgt. Wanneer de hersenen te veel informatie tegelijk moeten verwerken en het niet meer lukt om die op een gecontroleerde manier te reguleren, ligt een meltdown op de loer.

Een meltdown wordt veroorzaakt door sensorische overbelasting zoals geluid (hard of veel tegelijk), denk dan aan de klaslokalen of de gangen waar ze met vele tegelijkertijd lopen om van klaslokaal te verwisselen. Licht (fel of flikkerend) zoals tl-verlichting, of zonlicht wat naar binnen straalt.  Geuren zoals parfum, deodorant, etensgeuren maar ook smaken wanneer ze in de pauze zelf nog wat gaan eten. Denk ook aan de tactiele prikkels zoals kleding labels, veterschoenen die te los of te strak kunnen zitten, zo ook het tegen elkaar aanlopen in de gangen.

Ook emotionele overbelasting zoals angst of stress (bijvoorbeeld door sociale interacties), onverwachte veranderingen of gebrek aan voorspelbaarheid en frustratie of niet worden begrepen.

Deze prikkels kunnen zich opstapelen tot het brein ze niet meer aankan. Soms lukt het het kind met autisme om zich de hele dag “goed” te houden en aan te passen op school. Als het echt te veel is dan kan het kind op school een meltdown krijgen. Vaak lukt het ‘volhouden’ tot ze eenmaal veilig thuis zijn.

Wat is de meltdown nu eigenlijk?
Het is een vorm van cognitieve overbelasting. Als iemand met autisme voortdurend moet nadenken over hoe te reageren in sociale situaties of veel taken tegelijk moet uitvoeren, kan dat mentale vermoeidheid veroorzaken. Wanneer en geen ruimte is voor ontprikkeling is om te ontspannen of zich terug te trekken, stapelen de prikkels zich verder op tot het “emmer-effect” — de emmer loopt over. Hiervoor worden vaak stilteruimtes gebruikt op school. Echter worden deze ruimtes ook vaak als ‘strafplek’ gebruikt of geassocieerd. Het moet voor het kind heel duidelijk zijn dat deze ‘rustplek’ alleen voor ontspanning gebruikt wordt. En ontprikkelen lukt niet altijd in 5 minuten pauze maar heeft vaak langer tijd nodig.

Hoe kan een meltdown er uit zien?
Een meltdown is geen driftbui of opzettelijk gedrag, maar een intense reactie op overweldiging. Dit kan zich uiten in schreeuwen, huilen, slaan of zich terugtrekken en niet meer kunnen communiceren. Zo ook vluchtgedrag of zelfs shutdown (stilvallen). Mijn zoon liep vaak weg van school omdat de stilteruimte gebruikt werd als strafplek en hij nergens anders tot rust kon komen dan er van weg te lopen.

Hier zijn tips om meltdowns bij autisme te voorkomen, te herkennen en er beter mee om te gaan. Zowel voor het kind zelf als voor de omgeving:

1. Herken vroege signalen van overprikkeling
Let op subtiele signalen dat iemand overbelast raakt, zoals:
• Rusteloosheid, wiebelen of friemelen
• Minder spraak of juist sneller praten
• Afleiding zoeken of zich afsluiten
• Irritatie of frustratie bij kleine dingen

Bied op tijd rust aan, bijvoorbeeld door een pauze, stilteplek of het gebruik van een koptelefoon.

2. Structuur en voorspelbaarheid
Mensen met autisme hebben hier soms baat bij:
Duidelijke dagindeling of schema's. Dit is heel persoonlijk en kan per kind en volwassenen verschillen.
• Vooraf uitleggen wat er gaat gebeuren
• Aankondigen van veranderingen

Je kan gebruik maken van visuele hulpmiddelen (zoals pictogrammen) of checklists als ondersteuning.

3. Beperk overbodige prikkels
• Dim het licht, vermijd harde geluiden
• Biedt rustige ruimtes aan
• Gebruik zo nodig hulpmiddelen zoals zonnebrillen, noise cancelling koptelefoons

4. Zelfregulatie aanleren en ondersteunen
Help de persoon om te leren:
• Herkennen van eigen grenzen. Je kan hiervoor een signaleringsplan maken.
• Wat kalmeert (gamen, muziek, diepe druk, ademhalingsoefeningen, wandelen)
• Hoe ze kunnen aangeven dat ze overprikkeld raken

Oefen samen met het herkennen en benoemen van stress of overprikkeling.

5. Zorg voor herstelmomenten
Na een drukke activiteit of sociale situatie is het belangrijk om ruimte te bieden voor ontprikkelen:
• Even alleen zijn
• Rustige hobby’s (bijv. tekenen, puzzelen, wandelen)
• Vertrouwde routines

 Wat kan je doen bij een meltdown op het moment zelf?
•     Blijf rustig of met stilte: Reageer niet met boosheid of druk.
•      Veiligheid eerst: Zorg dat de persoon en omgeving veilig zijn.
•      Niet praten als dat overprikkelt: Soms is stilte het beste.·       Niet aanraken of vasthouden tenzij dat nodig is om veiligheid te bieden.
•       Bied nabijheid zonder te dwingen: “Ik ben er als je me nodig hebt.”

Op het internet kun je voorbeelden van signaleringsplannen vinden. Mocht je kind vaak last hebben van meltdowns is het handig om samen een signaleringsplan te maken zodat je samen kan leren om een meltdown te voorkomen of te verminderen.

Met hartelijke groet,

Petra Dekker
Regiocoördinator Mama Vita