Noodgedwongen thuis studeren
Reportage Passend onderwijs
REPORTAGEAls je pdd-nos hebt, zoals Lisa, is ondersteuning op school geen luxe. Bij de invoering van het 'passend onderwijs' viel die steun voor haar weg. De verrassende oplossing: niet naar school.
Een alledaags klaslokaal is het niet. Tussen de open keuken en de woonkamer staat een eettafel met daarop een met rode rozen gedecoreerd kleed. Op de bank ligt een zwarte kat die zo nu en dan overeind komt om uit zijn bak te eten.
Toch rondde Lisa (19) hier, in dit Amsterdamse rijtjeshuis, haar mbo-opleiding assistent accountancy af. Een noodgreep, want het ROC van Amsterdam, waar zij stond ingeschreven, wist zich geen raad met deze student met pdd-nos, een autistische stoornis. En dus hielp haar vader, die wiskunde heeft gestudeerd, haar aan de keukentafel met rekenen en haar moeder met taal. Voor andere vakken schakelden ze bijklussende studenten in.
Met het afschaffen van het rugzakje raakte Lisa ook haar begeleidster kwijt
Deze zomer uitte de Kinderombudsman stevige kritiek op de invoering, nu een jaar geleden, van het 'passend onderwijs'. De leerlinggebonden financiering - 'rugzakjes' - waaruit speciale zorg werd gefinancierd, werden toen overgeheveld naar schoolbesturen. Volgens de ombudsman is voor maatwerk sindsdien nauwelijks ruimte en laat de communicatie met kinderen en ouders te wensen over.
De Kinderombudsman sprak destijds over het basis- en voortgezet onderwijs, maar Lisa ondervond het gebrek aan maatwerk ook in het mbo aan den lijve. In het eerste jaar van haar opleiding kon zij nog terecht bij een ambulant begeleidster, afkomstig van een regionaal expertisecentrum en betaald uit Lisa's rugzakje. Lisa zag haar wekelijks, en vertelde het haar als ze moeite had mee te komen of als ze niet lekker in haar vel zat. Met het afschaffen van het rugzakje raakte Lisa ook haar begeleidster kwijt. Voortaan kon zij voor vragen terecht bij een van haar docenten, die ter voorbereiding op cursus was geweest.
Dat was geen succes, zegt Lisa's moeder, Renske Luca. 'De docente zei dat Lisa maar naar haar toe moest komen als er iets aan de hand was. Dat moet je juist niet doen bij iemand met autisme. Ze heeft regelmaat nodig. Uit zichzelf zegt ze het niet als er iets aan de hand is.' Om nog maar te zwijgen van het onafhankelijke aanspreekpunt dat zo verloren ging.
Overeenkomst
Ik had dat nog nooit gehad, dat ik na de vakantie echt niet meer naar school wilde
Lisa's schoolprestaties gingen er niet op vooruit. Ze sliep slecht, had steeds hoofd- en buikpijn. Haar medestudenten vonden haar maar raar en ze had het gevoel dat ze bij niemand meer terecht kon. Na de herfstvakantie bleef ze een maand thuis. Haar ouders stuurden haar naar een psychologe omdat ze signalen van een depressie vertoonde. 'Ik had dat nog nooit gehad, dat ik na de vakantie echt niet meer naar school wilde', zegt Lisa.
Niet veel later kwam de ombudsman van het ROC van Amsterdam met een oplossing waar nog niemand aan gedacht had. Lisa was de 18 gepasseerd, zei hij, en mocht dus thuis haar opleiding afmaken. De school was daar niet blij mee, maar ging akkoord toen Lisa's psychologe vertelde dat ook zij zich ernstig zorgen maakte. In alle haast werd een provisorische overeenkomst opgesteld.
Een woordvoerster van ROC van Amsterdam laat weten dat 'hier sprake was van de overgang van 'een rugzakje' naar passend onderwijs. Onder het vorige regime was een handelingsplan opgesteld. Aan die oude afspraken kon binnen de regelingen van het passend onderwijs niet meer worden voldaan.'
Netwerk
MBO opleidingen weren studenten met een beperking, lees hier het nieuwsbericht
Lisa bleek niet de enige die het zwaar had op het mbo. Via Twitter en ouderplatforms kwam haar moeder in contact met ouders uit heel het land wier kinderen met een beperking op het mbo maar moeilijk mee komen. Ook zij gaven te kennen dat hun kinderen het zwaar hadden op de chaotische mbo-scholen.
Onder hen Jeroen Veltheer, vader van een 21-jarige dochter met pdd-nos en adhd die in Groningen een designopleiding op niveau mbo-3 volgt. Aanvankelijk begon zij aan een bouwkunde-opleiding op een hoger niveau. Na drie maanden kregen haar ouders een ernstig telefoontje. Of ze op school wilden langskomen.
'Daar zaten vijf mensen om ons te vertellen dat het echt niet ging', herinnert Veltheer zich. 'Ze moest weg, zeiden ze. Ze volgde de instructies van docenten niet goed op. Er was in die periode ook iets gebeurd waar ze het erg moeilijk mee had. Dus ze moest eerst haar leven maar op orde krijgen.'
Veltheer richtte het Netwerk Ouderinitiatieven op en verzamelde deze zomer de verhalen van leerlingen uit heel het land die voor een opleiding geweigerd werden
Toen zijn dochter nadat ze een half jaar thuis had gezeten aan een nieuwe opleiding begon, besloten haar ouders haar ondersteuning deels in eigen hand te nemen. Veltheer: 'We helpen haar nu bijvoorbeeld flink met werkstukken, die zij elk blok zelfstandig moet plannen en maken. Het is op dit moment te veel gevraagd om haar dat over zo'n lange periode helemaal alleen te laten doen.'
Veltheer richtte het Netwerk Ouderinitiatieven op en verzamelde deze zomer de verhalen van leerlingen uit heel het land die voor een opleiding geweigerd werden, als input voor een nog lopend onderzoek in opdracht van het ministerie van Onderwijs.
Voor Lisa bleek thuis verder leren de beste beslissing die ze had kunnen nemen, zegt zij aan de keukentafel. In juni heeft ze ze haar mbo-diploma gehaald. Ze had er twee jaar voor nodig, terwijl er drie voor stonden. Inmiddels volgt ze een cursus belastingassistent. Daarna wil ze de hbo-opleiding belastingconsulent gaan volgen. Het is soms best aanpoten, die nieuwe studie, zegt ze, 'maar ik doe mijn best'.
De naam Lisa is uit privacyoverwegingen gefingeerd.