Als je autisme begrijpt….

…begrijpt je alles van de mens zeggen ze wel eens. Ik ben het er wel mee eens. Of het nu verrassende inzichten zijn, zuiver denken, explosieve boosheid, scherpe observatie, aparte bijkomende aandoeningen, niet alleen is geen mens met autisme hetzelfde als een ander mens met autisme, maar het scala aan menselijkheden dat je dagelijks voorgeschoteld krijgt gaat je voorstellingsvermogen te boven. Het geeft aanleiding tot veel bakerpraatjes en vooroordelen. In de kern gaat het om die ouder en dat kind. In feite zullen zij het moeten klaren in de wereld die hen niet altijd begrijpt en vaak veroordeelt. De moeder-kind relatie staat bij autisme vaak onder vuur, maar voor die moeder en het kind is het een van de krachtigste relaties die er zijn. Het vele werk zit vaak in het organiseren van een meer op het kind aangepaste wereld.

Een regenboog aan leeftijden over de dag heen, ouder dan hun kalenderleeftijd en jonger dan hun kalenderleeftijd en vaak véél ouder én véél jonger. Hoe leg je de wereld een kind uit dat uniek is?

Het geeft ook boosheid: waarom moet je het kind uitleggen? Waarom mag het niet gewoon bestaan? Waarom zie je zijn of haar angst niet? Waarom zie je zijn of haar zuiverheid niet? Waarom tellen ze niet tot tien voordat ze met verwachtingen komen en het kind veroordelen?

Nou ja, dat is op je boze dagen, want je weet wel dat de anderen het goed bedoelen, maar gewoon niet weten wat ze zien. Hun ogen en oren niet geloven en niet weten hoe ze met het kind om moeten gaan.

Stel je voor, je hebt een kind in huis van twee jaar, maar dat is al vijftien jaar zo, want omdat hetzelfde kind ook zo slim is en jou met je mond vol tanden kan laten staan, is het inmiddels wel zonder dat je het merkte ook zeventien geworden. Hoe help je de tweejarige verder, terwijl hij ook al zeventien is?

Op school willen ze wel die slimme zeventienjarige jongen, maar niet die tweejarige die erin zit. En gelijk hebben ze ook wel een beetje, want hoe doe je dat in een groep met nog een aantal kinderen van zeventien?

Dit zijn de vragen waar moeders tegenaan lopen. Ze ontwikkelen zich allemaal tot logistieke wonderen, om het leven van hun kind zo goed mogelijk te maken. Ze hebben elkaar nodig om begrepen te worden en gesteund. Te kunnen lachen en huilen tegelijk en niet alleen maar problemen aan te horen over hun kind waarvan ze houden.

En het kind? Dat is. Het kijkt verwonderd en soms gepijnigd de wereld in, waar het niet welkom lijkt, zo moeilijk gevonden wordt. En het kind is zichzelf en kent niet anders dan dat. Vindt zichzelf gewoon en zou willen dat de anderen dat ook vonden.

Martine Delfos